De natuur als peepshow.

De natuur als peepshow.

Fines

Aanrader voor mocht je ooit in München terecht komen: bezoek de Botanischer Garten Nymphenburg. Een oase van rust in een overigens keurige grote wereldstad. Een overvloed aan bloeiend natuurgoed staat je te wachten, die hebben geen last van de corona. Wij wel van het mondkapje maar eenmaal binnen mag hij af. En is het werken geblazen. Dat laatste slaat vooral op achter al dat zoemende bestuivende insectenwerk aanjagen Want poseren is er zelden bij, de vijand loert tenslotte op zijn kans. Die man met zijn enorme lens op een paar centimeter afstand heeft dezelfde dreiging in zich. Dus is het zaak handig te worden in snel scherpstellen en afdrukken. Ik moet toegeven: ik heb daar nog iets in te leren.

Maar deze twee libelles hadden het veel te druk met elkaar om zich aan mij te storen. Op kousenvoeten betreed ik hun wereld en het duurt even voordat ik me realiseer wat ik zie. Ik waan me weer even als de puber in de peepshow op de Kalverstraat: opgewonden en verbaasd.  En ook lekker: ik krijg alle tijd om goed aan te leggen. Dit parende stel azuurwaterjuffers zit intensief in de paringsdaad. Thuis als ik het vastgelegde beeld op mijn scherm heb staan zoek ik het verder uit. Het hele ritueel gaat ongeveer zo: mannetje waterjuffer vangt vrouwtjewaterjuffer en dan is het onder dwang aankoppelen. Mijn libelle-expert spreekt van een paringswiel en helemaal gek is dat woord hier niet. Mannetje pakt vrouwtje beet met achterlijfaanhangsel, vrouwtje klampt als een soort dockingstation aan bij het mannetje waar de spermavoorraad opgehaald kan worden. Er schijnt zelfs een borsteltje bij het mannetje te zijn die het sperma van een eventuele andere kandidaatminnaar kan weghalen. Dan snapt u het al: er is over nagedacht.

De hele macro-wereld is trouwens een rustgevende toestand. Voor mij dan. De wereld van de kleine beestjes maakt dat je verstild. Soms is het zó mooi dat ik kan blijven kijken naar mijn grote dtp-scherm waar al dat leven tot in detail te bewonderen is. De tekeningen op de lijfjes van bijen, het stuifmeel aangehaakt op zijn beharing, maar ook de kleuren van bloemen, meeldraden: je bek valt gewoon open. Zo mooi. Nadeel van moeder natuur is alleen wel dat the sky the limit is. Het houdt nooit op en dat maakt dat ik moet begrenzen, ook in waarom ik het doe. Ik heb die begrenzing onderhand wel gevonden: ik doe het vooral voor mezelf en ik word er blij van. Een mooie tegenhanger voor het (media)coronagezeik van deze tijd. En de natuur is (bijna altijd) nog gratis ook. En soms schrijf ik er ook nog een stukje over, kan je meegenieten.

Mopper de mopper.

Mopper de mopper.

Fines

De hele dag wil het al niet vlotten en mijn humeur leidt daar onder. Wel jammer, want ik ben op vakantie en dat moet toch een gezellige boel zijn zou je zeggen. Niets daarvan, ik mopper vandaag op van alles en nog wat. Laat ik u eens deelgenoot maken van zo’n dag.

Die verdomde mondkapjes die je hier in Duitsland overal moet dragen. Zin in koffie? Daar komt de gemaskerde ober al aangepuft. Heeft een zakdoek voor zijn mond die hij de hele dag al draagt. En het is nu vier uur, lust u nog wat? Maar onze oosterburen hoor je er niet over, iedereen is hier strikt in de regels. Ook wel een kwaaltje van ze weten we. Mopper 1 dus. Alhoewel, na een tijdje went het ook nog, ik heb standaard het attribuut in de broekzak of wielrenshirt zitten. Want je lust ook wel eens wat onderweg.

Waar ik me ook dood aan erger is de overdaad aan nieuwe auto’s hier, vaak dure jongens. Er zit geen afgetrapt apparaat tussen. Geen idee waarom ik me daar over opwind maar het stoort me mateloos. Navraag leert dat Bayern dik in de centen zit en vergrijsd. Duidelijk Mopperpunt 2. Ik zie dat ook bij de gepensioneerden van ons in Nederland. Allemaal nog een keer een nieuw karretje aanschaffen. Helpt geen reet kan ik ze vertellen, je wordt er niet jonger van. Je kan beter zorgen dat je actief voor je zelf en de samenleving blijft, veel beter voor je. En geef je geld aan mensen die het beter kunnen gebruiken, dien je ook nog een goed doel.

Die klotemotoren, Mopper 3. Ik kan geen leuk bergweggetje bestijgen op m’n racefiets of daar komt weer zo’n colonne motoren aan. Ze redden het net om hun dikke pens op die absurtdure Harley’s te hijsen, en dan maar lekker toeren met z’n allen. Ik maakte het een keer mee dat we 130 kilometers gefietst had, stikhete dag dus een biertje hadden we wel verdiend bij aankomst slaapherberg.  Tegelijkertijd arriveert een groep motormannen. Er moest eerst gerookt worden, daarna snel bier halen en uitpuffen; er was hard gewerkt vandaag met dat toeren door de Eiffel vonden ze.

Ik heb vandaag een lekkere bergrit bedacht op mijn racekarretje. Bepakt en bezakt wil ik afreizen, blijk ik mijn bandewippers niet te kunnen vinden. Onder luid gevloek haal ik alles overhoop, maar onvindbaar. Ik Mopper (4) mezelf toch maar op mijn fiets biddend dat de lekke band uitblijft. Waarom raak ik toch altijd van alles kwijt? Mopper 5: er is een lid van mijn voetbalclubje overleden bij de training. En ik zit in Zuid-Duitsland. De boel is in rep en roer daar en ik voel me machteloos. Ik wil iets betekenen en dat kan maar mondjesmaat. Daar word ik niet blij van. Mopper 5 dus.

Ik zou nog veel meer willen mopperen vandaag. Dat we eens moeten stoppen alles online te kopen, niet klakkeloos de wereld over moeten vliegen vanwege je dikverdiende tussenjaar, ik baal van die electrische MTB’s met fossielen erop die zo graag ook een spannende fietstocht willen maken. En me nog bij kunnen houden ook. Maar al dat gemopper helpt me niks. Het zit tussen m’n oren, ik ben de Luther van de Calvinisten. Doe gewoon en beteken wat. En hou het sober. Lukt mij ook niet altijd trouwens, moet wel eerlijk blijven.

Gelukkig heb ik vandaag ook twee verheugzaken. Een daarvan is dat vanwege de corona er hélémáál geen Nederlanders te vinden in Zuid-Duitsland. Heerlijk, we voelen ons een beetje bijzonder met onze gele nummerplaten. Alsof we Livingstone zijn in Donker Afrika maar dan anders. Ik mis mijn luidruchtige landgenoten voor geen meter. En ook een beetje leuk: ik word morgen 62. Dat heb ik toch maar mooi gehaald. En er is me een passend cadeau beloofd. Mijn mopperbui lost ter plekke op met dit goede nieuws.

Naschrift: ik heb van mijn vrouw en kinderen een seminar  ‘ademhalen in een ijsbad’ gehad, de zgn. Wim Hof Methode.  Kans dat het een nieuw mopperitem wordt maar mij is bezworen dat ik er beter van ga worden. Ik laat u weten wat de bevindingen waren als ik het overleefd heb.